Edele Koran » Nederlands » Sorah Ar-Rahman ( The Most Graciouse )
Choose the reader
Nederlands
Sorah Ar-Rahman ( The Most Graciouse ) - Verses Number 78
الشَّمْسُ وَالْقَمَرُ بِحُسْبَانٍ ( 5 )
De zon en de maan leggen haren loop af, overeenkomstig eene zekere wet.
وَالنَّجْمُ وَالشَّجَرُ يَسْجُدَانِ ( 6 )
En de planten, die over den grond kruipen, en de boomen zijn aan zijne beschikking onderworpen.
وَالسَّمَاءَ رَفَعَهَا وَوَضَعَ الْمِيزَانَ ( 7 )
Hij verhief den hemel, en stelde de weegschaal vast.
وَأَقِيمُوا الْوَزْنَ بِالْقِسْطِ وَلَا تُخْسِرُوا الْمِيزَانَ ( 9 )
Weeg dus juist, en verminder het gewicht niet.
فِيهَا فَاكِهَةٌ وَالنَّخْلُ ذَاتُ الْأَكْمَامِ ( 11 )
Daarop zijn verschillende vruchten en palmboomen, die bloemtrossen dragen.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 13 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
خَلَقَ الْإِنسَانَ مِن صَلْصَالٍ كَالْفَخَّارِ ( 14 )
Hij schiep den mensch van gedroogde klei, als een aarden vaatwerk.
وَخَلَقَ الْجَانَّ مِن مَّارِجٍ مِّن نَّارٍ ( 15 )
Maar hij schiep de geniussen van vuur, dat rein van rook was.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 16 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
رَبُّ الْمَشْرِقَيْنِ وَرَبُّ الْمَغْرِبَيْنِ ( 17 )
Hij is de Heer van het Oosten; En de Heer van het Westen.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 18 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
بَيْنَهُمَا بَرْزَخٌ لَّا يَبْغِيَانِ ( 20 )
Opdat zij elkander zouden ontmoeten; tusschen haar is eene afscheiding geplaatst, welke zij niet kunnen overschrijden.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 21 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 23 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
وَلَهُ الْجَوَارِ الْمُنشَآتُ فِي الْبَحْرِ كَالْأَعْلَامِ ( 24 )
Hem behooren ook de schepen, die, als bergen, de zee doorklieven.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 25 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
كُلُّ مَنْ عَلَيْهَا فَانٍ ( 26 )
Ieder schepsel dat op de aarde leeft, is aan de vergankelijkheid onderworpen.
وَيَبْقَىٰ وَجْهُ رَبِّكَ ذُو الْجَلَالِ وَالْإِكْرَامِ ( 27 )
Maar het glorierijke en heerlijke aangezicht van uwen Heer zal eeuwig blijven.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 28 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
يَسْأَلُهُ مَن فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ۚ كُلَّ يَوْمٍ هُوَ فِي شَأْنٍ ( 29 )
Aan hem richten alle schepselen, die in den hemel en op aarde zijn, verzoeken; iederen dag is hij met een nieuw werk bezig.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 30 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
سَنَفْرُغُ لَكُمْ أَيُّهَ الثَّقَلَانِ ( 31 )
Wij zullen u zekerlijk op den jongsten dag wachten, om u te richten, o geniussen en menschen!
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 32 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
يَا مَعْشَرَ الْجِنِّ وَالْإِنسِ إِنِ اسْتَطَعْتُمْ أَن تَنفُذُوا مِنْ أَقْطَارِ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ فَانفُذُوا ۚ لَا تَنفُذُونَ إِلَّا بِسُلْطَانٍ ( 33 )
O gij, vereeniging van geniussen en menschen! indien gij in staat zijt, de grenzen van den hemel en de aarde te overschrijden, doe het; maar gij zult het niet, dan door eene volstrekte macht doen.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 34 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
يُرْسَلُ عَلَيْكُمَا شُوَاظٌ مِّن نَّارٍ وَنُحَاسٌ فَلَا تَنتَصِرَانِ ( 35 )
Een vuurvlam zonder rook, en een rook zonder vlam zullen op u worden nedergezonden, en gij zult niet in staat zijn, u daartegen te beschutten.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 36 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فَإِذَا انشَقَّتِ السَّمَاءُ فَكَانَتْ وَرْدَةً كَالدِّهَانِ ( 37 )
En als de hemel gespleten wordt, en zich rood als eene roos of als eene roodgeverfde huid zal vertoonen.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 38 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فَيَوْمَئِذٍ لَّا يُسْأَلُ عَن ذَنبِهِ إِنسٌ وَلَا جَانٌّ ( 39 )
Op dien dag zal mensch noch genius nopens zijne zonde worden ondervraagd.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 40 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
يُعْرَفُ الْمُجْرِمُونَ بِسِيمَاهُمْ فَيُؤْخَذُ بِالنَّوَاصِي وَالْأَقْدَامِ ( 41 )
De zondaren zullen door hunne werken worden herkend, en zij zullen van voren bij hunne lokken en bij hunne voeten gegrepen, en in de hel geworpen worden.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 42 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
هَٰذِهِ جَهَنَّمُ الَّتِي يُكَذِّبُ بِهَا الْمُجْرِمُونَ ( 43 )
Dit is de hel, welke de zondaren als eene valschheid loochenen.
يَطُوفُونَ بَيْنَهَا وَبَيْنَ حَمِيمٍ آنٍ ( 44 )
Zij zullen daar, tusschen vlammen en kokend water, op- en nedergaan.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 45 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
وَلِمَنْ خَافَ مَقَامَ رَبِّهِ جَنَّتَانِ ( 46 )
Maar voor hem, die de rechtbank zijns Heeren vreest, zijn twee tuinen gemaakt.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 47 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 49 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 51 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فِيهِمَا مِن كُلِّ فَاكِهَةٍ زَوْجَانِ ( 52 )
In elken van hen zullen twee soorten van elke vrucht zijn.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 53 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
مُتَّكِئِينَ عَلَىٰ فُرُشٍ بَطَائِنُهَا مِنْ إِسْتَبْرَقٍ ۚ وَجَنَى الْجَنَّتَيْنِ دَانٍ ( 54 )
Zij zullen op zetels rusten, waarvan de leuningen zullen gevormd zijn van zijde met goud doorweven, en de vrucht zal dicht bij de hand zijn, om verzameld te worden.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 55 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فِيهِنَّ قَاصِرَاتُ الطَّرْفِ لَمْ يَطْمِثْهُنَّ إِنسٌ قَبْلَهُمْ وَلَا جَانٌّ ( 56 )
Daar zullen zij door schoone maagden worden ontvangen, die hare oogen van ieder, behalve van hare echtgenooten, zullen afwenden; die nimmer vóór hen, door een man of een genius zijn aangeraakt.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 57 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 59 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
هَلْ جَزَاءُ الْإِحْسَانِ إِلَّا الْإِحْسَانُ ( 60 )
Waardoor zou het goede anders dan door het goede beloond worden?
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 61 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 63 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 65 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فِيهِمَا عَيْنَانِ نَضَّاخَتَانِ ( 66 )
In elken daarvan zullen twee fonteinen een overvloed van water doen uitstroomen.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 67 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فِيهِمَا فَاكِهَةٌ وَنَخْلٌ وَرُمَّانٌ ( 68 )
In elken van dezen zullen vruchten, palmboomen en granaatappelen zijn.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 69 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 71 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
حُورٌ مَّقْصُورَاتٌ فِي الْخِيَامِ ( 72 )
Hebbende schoone, zwarte oogen, en door pavilloenen voor het oog verborgen.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 73 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
لَمْ يَطْمِثْهُنَّ إِنسٌ قَبْلَهُمْ وَلَا جَانٌّ ( 74 )
Welke vóór de haar bestemde echtgenooten, door man noch genius, zijn aangeraakt.
فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ ( 75 )
Welke der voordeelen van uwen Heer zult gij dus ondankbaar loochenen?
مُتَّكِئِينَ عَلَىٰ رَفْرَفٍ خُضْرٍ وَعَبْقَرِيٍّ حِسَانٍ ( 76 )
Daar zullen zij zich vermaken, liggende op groene kussens en prachtige tapijten.
Willekeurige boeken
- Huilen vanuit nederigheid voor AllahWe ervaren in onszelf en zien bij vele Moslims om ons heen dat de slechte dingen die we doen onze harten beinvloeden....Hoe merken we dat? We bidden met automatisme; zonder er iets bij te VOELEN; zonder dat tranen over onze wangen rollen....waar blijven onze tranen en onze rillingen bij het horen van de woorden van Allah?Hoeveel keren per dag of per week of per maand huil je voor Allah?
Geschreven door : Hoessein Alhawa iechah
Nazicht : Aboe Abdellah Albelgiki
Source : http://www.islamhouse.com/p/371454
- Een kort overzicht van het sjiitische geloofDe verspreiding van het sjiisme in de islamitische wereld de afgelopen jaren, heeft het veel gevaar met zich meegebracht en moslims zijn zich daar niet altijd van bewust.
Geschreven door : Abdellah bin Mohammed Assalafi
Nazicht : Younous Oudaha
Vertaling : Abou Abdel Allah
Source : http://www.islamhouse.com/p/383950
- De reis van de ziel na de doodAls iemand sterft, komt de Engel des Doods om zijn ziel te nemen, ongeacht wie hij is. De stervende persoon ziet hem, hoort hem en spreekt met hem, maar niet met zijn ogen, zijn oren of zijn tong. Hoe gaat dat dan?
Geschreven door : Soelaymane bin Saleh Algoeraashie
Nazicht : Aboe Abdellah Albelgiki
Source : http://www.islamhouse.com/p/328989
- De beschrijving van het gebed van onze profeet (sav)Het gebed bekleed in de Islam een uiterst belangrijke functie, want het is een contact tussen de dienaar en zijn Heer. Ook is het een oogappel (van de gelovige). Het is de meest geliefde daad tot Allah -verheven is Hij-. Het is een verbinding tussen de dienaar en zijn Heer. - Door de majestueuze Sjeik 'Aboel'Aziez Bin Baaz met een uitleg van Sjeik dr. Sa'd Ibn Sa'ied el-Hijrie.
Geschreven door : Abdel Aziez bin Abdel Allah bin Baz
Nazicht : Aboe Abdellah Albelgiki
Source : http://www.islamhouse.com/p/208553
- De God Die Nooit BestondDe God Die Nooit Bestond.
Geschreven door : Ahmed Deedat
Nazicht : Aboe Abdellah Albelgiki
Vertaling : Rachid Mulder
Uitgever : Coöperatieve Bureau voor Da'wa Rabwa In Riyadh
Source : http://www.islamhouse.com/p/263737